Hebben schrijfadviezen zin? Dat vroegen we ons de vorige keer af. Want zulke banale tips zijn toch overbodig? Niets is minder waar als je een recente bijdrage aan het bekende marketingblog Frankwatching leest.
Aartjan van Erkel van schrijvenvoorinternet.nl struinde tal van websites af op hun zonden tegen ‘de sociale omgangsvormen op internet’. Hij baseert zich daarbij op een onderzoek van een Amerikaanse hersenwetenschapper, die op een rij heeft gezet aan welke ongeschreven sociale regels online-interactie dient te voldoen. Ongeschreven sociale regels? Online-interactie? Hmm, interessant, hier gaan we vast iets van opsteken. Dus kom op, welke ongeschreven sociale regels zijn dat dan?
Gebruik geen ‘jij’ en ‘u’ door elkaar. Gebruik één stijl op al je pagina’s. Gebruik niet te veel uitroeptekens en hoofdletters.
Zo zeg! Wereldschokkende adviezen! Maar niet voor de tekstschrijver, die zich voor een overtreding van deze geboden diep zou schamen.
Het probleem is alleen: de tekstschrijver komt niet eens kijken bij het soort teksten dat Aartjan bespreekt. Aartjans adviezen zijn bestemd voor een andere groep: de webschrijvers-die-eigenlijk-geen-schrijvers-zijn. De amateurs die ’t erbij doen, vaak ook nog voor een hongerloontje. Want dat is goed genoeg voor menig marketingdirecteur, die zelf tenslotte ook prima woorden achter elkaar kan zetten en dat dan ‘schrijven’ noemt.
De missers die Aartjan signaleert, treden de basisregels van het vak met voeten. Het zijn bovendien basisregels die gelden voor elke tekst. Ze hebben op geen enkele wijze exclusief met internet te maken en al helemaal niet met sociale omgangsvormen. Ze duiden eerder op sociale minachting voor de kundige tekstschrijver.
Het is treurig gesteld met de wereld van de online-communicatie als zulke basale aanwijzingen als nuttig worden ervaren. Of eigenlijk opnieuw als nuttig worden ervaren, want voor websites en social media moeten we blijkbaar opnieuw het wiel uitvinden. Compleet met studies van breinwetenschappers voor wie de woorden ‘online’, ‘social’ en ‘interaction’ onnoemelijk veel hipper zijn dan een stoffig en beduimeld boekje met schrijfadviezen uit de jaren zeventig. Waarin we exact dezelfde tips terugvinden.
Maar ja, zolang organisaties vinden dat hun teksten uit de koker mogen komen van elke deelnemer aan de Ravensburger-cursus ‘Iedereen kan webschrijven’ en vervolgens ook nog iedere vorm van eindredactie wegbezuinigen, kan Aartjan nog jarenlang de vinger op de zere plek leggen. Want in de democratie van het internet is iedereen een schrijver.
Oorspronkelijk geplaatst in Wereld, het weblog van Jager & Neyndorff.