Interview: Daniël de Jong

Daniël de Jong, Spa 2012

Ook lol in een Seatje

Naast Giedo van der Garde en Nigel Melker rijdt er deze zomer nog een derde Nederlander in de GP2: Daniël de Jong. Vorig jaar reed hij nog World Series by Renault, dit jaar doet hij AutoGP. Maar opeens stapte hij in Valencia ook in bij het GP2-team Rapax. We spraken Daniël in Spa, waar hij dit jaar alweer voor het laatst is te zien in de GP2. Maar intussen heeft hij ook nog steeds lol in een Seatje…

Die vier races in de GP2, hoe is die deal tot stand gekomen?
“Eigenlijk hadden we aan het begin van het seizoen al het idee om GP2 te gaan rijden. Toen heb ik een test gedaan in Jérez. En ik moet zeggen dat dat zwaar tegenviel. Niet het rijden zelf, maar op fysiek gebied. Mijn vader was wel enthousiast, maar ik was er gewoon niet sterk genoeg voor. Mijn nek, mijn armen – die konden ’t nog niet aan. Ik vond ’t allemaal net even iets te snel gaan. Ik wilde eerst goed in conditie zijn, want anders zijn die eerste races een beetje weggegooid, want dan kun je niet goed geconcentreerd zijn omdat je zo moe bent. Dus toen ben ik opnieuw AutoGP gaan rijden, want dat was sowieso het plan. En toen kreeg ik halverwege het seizoen de kans om vier races te rijden bij Rapax, het GP2-team waarvoor ik ook getest had.”

En waarom precies deze vier?
“Sommige races vielen samen met AutoGP, zoals Hockenheim, maar deze vier [Valencia, Silverstone, Hungaroring, Spa] waren ook gewoon mooie races. Ik kende circuits al, dat scheelde ook, dus ik kon wat ervaring meebrengen. Monza wilde ik eigenlijk ook doen, volgende week, maar ja, dan gaat mijn zus trouwen, en dan is Monza opeens bijzaak!”

Hoe vind je ’t tot nu toe gaan?
“Het eerste weekend [op Valencia] ging buitengewoon goed: boven verwachting, we reden daar in de toptien. Die andere twee weekenden gingen soms goed, maar hadden ook hun mindere kanten. Zoals de vorige keer in Hongarije: daar ging race 1 heel goed. We pakten er veel plekken en zetten er de achtste snelste raceronde, dus dat was positief. Maar in race 2 was ik weer te voorzichtig, waardoor ik weer veel plekken verloor. Dus met ups en downs, maar ik heb in ieder geval veel ervaring kunnen opdoen.”

Hoe was Silverstone in dat absolute noodweer?
“Dat was voor mij de eerste keer in de regen, met deze auto. Nu weet ik op zichzelf wel hoe je met deze auto’s in de regen moet rijden, en in de training en kwalificatie ging het nog wel. Maar in de race was het zicht zó slecht dat ik in de opwarmronde al op mijn voorganger klapte. Ik zag echt geen hand voor ogen! Beetje stom natuurlijk, ik had achteraf meer ruimte moeten houden.”

Je hebt heel lang gekart, om daarna de overstap te maken naar de Formule Renault. Heb je ooit als karter gedacht dat je het tot de GP2 zou schoppen?
“Nee, eigenlijk helemaal niet! Ik heb vanaf mijn zevende gekart – dat doe ik nog steeds trouwens – maar toen ik vijftien was, stond ik voor de keus. Ga ik Europees karten op hoog niveau of toch de autosport in? Toen hebben we gekozen voor de autosport. Ik ben toen begonnen met de tweeliters [in de Formule Renault] en dat ging eigenlijk wel goed. Toen zijn we naar de World Series by Renault gaan kijken, dat is eigenlijk ook al heel gaaf, want tegenwoordig zijn World Series en GP2 bijna hetzelfde. En als je daar eenmaal zit, dan zeg je weer makkelijker tegen jezelf: dan gaan we naar GP2 kijken. Dus ja, zo gaat dat…”

Het hele interview lezen? Kijk verder op Driving-fun.com.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.